Nieuwsbericht

Circulariteit in GWW-projecten: zo doen Zuid-Holland en Hardenberg het

1 augustus 2025 | 3 minuten lezen

De Nederlandse bouw- en infrasector moet in 2030 voor 50 procent circulair werken, en in 2050 zelfs volledig. Daarom zoeken overheden nu al volop naar werkwijzen die dat bevorderen. Ter inspiratie delen we het verhaal van de gemeente Hardenberg en de provincie Zuid-Holland. Zij werken met de circulaire marktplaats DuSpot, waarmee circulariteit via RAW-bestekken een plek krijgt.

Circulariteit is een van de grote duurzaamheidsthema's, zeker ook voor de GWW- en infrasector. Daarbij gaat het om zoveel mogelijk terugdringen van het gebruik van primaire materialen. Een manier om daar invulling aan te geven is via marktplaatsen voor materialen. Bouwmaterialen die vrijkomen in een project, kunnen dan elders worden hergebruikt. Dat zorgt voor minder noodzaak aan nieuwe materialen en leidt tot minder afval.

Herman Weekamp, projectleider bij gemeente Hardenberg, en Mark Louwers, adviseur duurzaamheid en infrastructuur bij provincie Zuid-Holland, zijn bij hun respectievelijke werkgevers verantwoordelijk voor DuSpot. Dit is de circulaire marktplaats waar beiden mee werken, een matchingtool voor bouwmaterialen. Louwers ziet meerdere partijen in deze markt, maar vindt dit tot nu toe de meest toegankelijke. "Deze tool werkt op stoeptegelniveau. Je hoeft niet meteen hele bruggen te hergebruiken, maar kunt klein beginnen. Dat maakt dit een goede manier om eraan te wennen en collega's met deze werkwijze vertrouwd te maken."

Hoe werkt het?

In Hardenberg vormt het moederbestek de basis voor alle RAW-bestekken. Via DuSpot aangeleverde besteksteksten voor het toepassen van hergebruik worden daar standaard in opgenomen. Daardoor is de optie al heel vroeg in het proces opgenomen. "Als je dat pas later doet, als het bestek al gereed is en de aannemer aan boord, ben je misschien te laat", zegt Weekamp. "Zodra je weet wat je gaat doen en wat er vrijkomt, al is het pas over twee jaar, kun je het erin zetten."

Louwers beaamt het belang van die vroegtijdige toepassing, maar voegt eraan toe dat hij juist ook graag aannemers bij het proces betrekt. "Ik ga zelf naar de bouwkeet en loop samen met de aannemer door het programma. En dan merk je dat zeker de grotere aannemers het best makkelijk vinden werken. Boskalis is er in het project Rijnland Route (N206 Europaweg) succesvol mee aan de slag en dat heeft ertoe geleid dat ze breed binnen het bedrijf projecten aansporen om het ook op te pakken.”

Het werken met DuSpot is nog vrij nieuw en er zijn nog wel wat uitdagingen. Zo hebben veel provincies en gemeenten, ook Zuid-Holland en Hardenberg, geen eigen depots meer om materialen op te slaan. Weekamp: "Daardoor moet een vrijgekomen materiaal eigenlijk binnen het werk toepasbaar zijn, anders vervalt het toch aan de aannemer." Louwers beaamt dat. "Als het project is afgelopen en er is geen match gevonden, vervalt alles aan de aannemer.


Mark Louwers

Twee matches

Mede door die praktische moeilijkheid heeft Hardenberg tot nu toe nog geen matches gehad. In Zuid-Holland is wel al twee keer een succesvolle match gevonden. De eerste keer werd er een partij van 1000 m3 licht ophoogmateriaal van een project uit Delft door Boskalis van Dura Vermeer overgenomen. De tweede keer werden er tien stootplaten van een project van Dura Vermeer overgedragen aan Boskalis. Verder lopen er nog een aantal initiatieven, zoals het overnemen van gebruikte rode betontegels voor een tijdelijk fietspad. "Door nog beperkt gebruik en aanbod vinden we nog niet altijd matches", constateert Louwers. "Daarom proberen we gemeenten uit de omgeving mee te krijgen. Dan ontstaat er vanzelf meer vraag en aanbod van materialen."

Hij ziet uit de ervaringen tot nu toe al wel de voordelen. "In vergelijking met sommige andere initiatieven op het gebied van duurzaamheid, levert dit snel zichtbaar resultaat op. Dat leidt ertoe dat collega's die er eerst niet zo in geloofden, dat nu wel doen. En het bevordert ook de samenwerking tussen partijen. Onze beheerders gaan ineens praten met de ontwerpers van de aannemer, en ook aannemers zoeken elkaar op."

Weekamp benadrukt de noodzaak van dit soort initiatieven. Hij wijst er nog maar eens op dat circulariteit uiteindelijk verplicht wordt. "Dus je moet een keer beginnen. Het vraagt een extra inspanning en een andere manier van werken. De een staat daar wat meer voor open dan de ander. Maar niks doen is geen optie."

Hele organisatie moet mee

Volgens Weekamp en Louwers is de matchingtool voor alle overheden – provincies, gemeenten en waterschappen – bruikbaar. De marktplaats is niet zo geschikt voor producten als asfalt of beton, waar al een redelijke circulaire markt voor bestaat, maar wel voor producten als bestrating en bebording. "En die heeft bijna iedereen wel." Hun advies voor andere overheden? "Begin gewoon en zie wat er komt", zegt Weekamp. "En zorg dat de organisatie meewerkt. Als je een eenling bent zonder politieke steun, is het onbegonnen werk."

Louwers beaamt dat. Hij heeft in zijn rol diverse duurzaamheidsinitiatieven onder zijn hoede, en voor allemaal geldt hetzelfde. "Het begint bij de urgentie op beleidsniveau, daarna moet die worden doorvertaald naar de interne opdrachtgever en van daaruit naar alle fasen van het project: de voorbereiding, de aanbesteding en de uitvoering. Alleen als het op al die plekken goed landt, kan het effectief werken."

RAW en duurzaamheid

Meer lezen over duurzaamheidsontwikkelingen binnen RAW? Bekijk de themapagina.
Ook tijdens het RAW-congres op 30 september is duurzaamheid een van de thema's. Zo staan we uitgebreid stil bij de ontwikkelingen om Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) en de Milieukostenindicator (MKI) in RAW te laten landen. Kijk hier voor meer informatie over het RAW-congres.