‘Er is zeker toekomst voor waterpasserende en waterdoorlatende elementenverharding’
Op woensdag 2 februari 2022 heeft de eerste vergadering plaatsgevonden van de nieuw opgerichte RAW Werkgroep hoofdstuk 83 – Elementenverhardingen. Waterpasserende- en waterdoorlatende elementenverhardingen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan klimaat(adaptatie), het tegengaan van verdroging van onze bodem en het eventueel tegengaan van hittestress in stedelijk gebied. Dat besef en het belang daarvan groeit. Theo Noorlander, voorzitter van deze werkgroep en van de vereniging STRAATWERK Nederland, vertelt hier meer over.
Sinds 1 januari van dit jaar is Theo Noorlander actief als voorzitter en verenigingsmanager van de vereniging STRAATWERK Nederland, de vereniging voor elke organisatie die een relatie heeft met elementenverharding. Deze vereniging is ontstaan uit het samengaan van de Vereniging Modern Straatwerk (VMS) en de Ondernemingsvereniging Bestratingsbedrijven Nederland (OBN).
Theo: “In 1963 is de OBN opgericht en vanuit de OBN is in 1994 de VMS ontstaan, toen nog onder de naam “vereniging machinaal straten”. Gezien het feit dat machinaal straten nu een verplichting kent, is het hoofddoel van VMS gerealiseerd. Nederland is te klein voor het hebben van 2 verenigingen die hetzelfde doel nastreven in de keten van bestratingen, en om deze 2 redenen hebben beide besturen van OBN en VMS besloten te fuseren tot één vereniging STRAATWERK Nederland, om zo effectiever, efficiënter en daadkrachtiger te kunnen opereren.”
Kansen voor de toekomst
Voor zijn rol bij STRAATWERK Nederland is Theo actief geweest in verschillende functies bij verschillende bedrijven die elementenverhardingen produceren en vercommercialiseren, zowel in de betonwaren- als keramische industrie. “Elementenverharding is een zeer boeiend, enerverend en dynamisch onderdeel van de infra te noemen. Je draagt zowel letterlijk als figuurlijk een steentje bij aan de verbetering van de openbare ruimte. Zeker nu waarbij wij als maatschappij invulling dienen te geven aan de klimaatdoelstellingen van onze overheid.”
Volgens Theo is er een duidelijke rol weggelegd voor elementenverharding in het halen van klimaatdoelstellingen. “Er is zeker toekomst voor waterpasserende en waterdoorlatende elementenverharding, zeker als het gaat om invulling te geven op het klimaatadaptatie vraagstuk, maar het succes ervan valt en staat met het monitoren, beheren en onderhouden van het gekozen systeem.”
RAW hoofdstuk 83
De kansen die er liggen voor waterpasserende en waterdoorlatende elementenverharding in de toekomst kunnen dus afhankelijk zijn van definities en gemaakte afspreken. Juist hierbij speelt de RAW werkgroep een belangrijke rol. “Ik vind het van groot belang dat er meer duidelijkheid in de markt op het gebied van waterpasserende en waterdoorlatende elementenverharding in algemeen komt, maar ook wat het straatwerk en beheer en onderhoud betreft, zeker nu klimaatadaptatieve oplossingen meer en meer worden voorgedragen en toegepast. De ervaring heeft geleerd dat er een hoop is geëxperimenteerd, dat heeft hele goede maar ook minder goede zaken opgeleverd. En daarom is het nu tijd om dit thema verder uit te werken en de uitkomsten na validatie op te nemen in de RAW hoofdstuk 83.”
Er liggen, volgens Theo, dan ook een aantal actiepunten voor deze werkgroep: “definiëren van het begrip waterpasserende/waterdoorlatende elementenverharding en de randvoorwaarden die minimaal daarvoor nodig zijn.” Maar, zoals zo vaak, kan het onderwerp elementenverharding niet buiten de context van de gehele RAW gezien worden, en daarmee de acties van deze werkgroep ook niet. “Dit kent nogal wat raakvlakken met andere hoofdstukken binnen de RAW. Als werkgroep zullen wij ook verbinding gaan zoeken met andere werkgroepen en partijen in het werkveld om zo tot uniformiteit te komen.”
