Nieuwsbericht

RAW ondersteunt asfalt met certificaat van Asfaltkwaliteitsloket

Profielfoto van Paul Jansen
12 maart 2020 | 3 minuten lezen

Op het gebied van asfalt spelen voortdurend nieuwe ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan het inspelen op de duurzaamheidsvraag, of hergebruik van oud asfalt in nieuw asfalt (circulariteit). Opdrachtgevers willen innovatieve producten graag een kans geven. Maar hoe kunnen zij dat het beste doen? Een innovatief product kan niet meteen in het Standaard RAW bestek worden opgenomen. Het moet zich immers eerst bewijzen. En dan moet het ook nog door de ‘paritaire vaststellingsprocedure’ van de RAW.
CROW wil de toepassing van nieuwe ontwikkelingen toch graag stimuleren, en heeft daarom in de RAW-catalogus Bepalingen 2020 een aantal keuzebepalingen opgenomen voor ‘innovatief asfalt’ met een certificaat van het Asfaltkwaliteitsloket. Hiermee kan dat nu al ‘op de RAW-manier’ in een bestek worden opgenomen.

Het Asfaltkwaliteitsloket
CROW faciliteert het Asfaltkwaliteitsloket (zie www.crow.nl/asfaltkwaliteitsloket). Op deze plek kan de aannemer een nieuw asfaltproduct aanbieden ter validatie van de eigenschappen ervan. Als een validatie met succes is uitgevoerd, kent het Asfaltkwaliteitsloket een certificaat toe aan het product. Hierop is met een code (het ‘Technology Readiness Level’ TRL) aangegeven op welk toepassingsniveau het product is gevalideerd. Daarmee wordt inzichtelijk gemaakt in welk stadium van ontwikkeling een innovatie zich bevindt. Een producent kan zelf aangeven op welk niveau hij zijn product insteekt. Hoe hoger het TRL-niveau, hoe meer een innovatie zich technisch en functioneel heeft bewezen, hoe sneller de innovatie technisch gezien (grootschalig) toepasbaar is, en hoe minder risico partijen lopen bij operationele toepassing ervan.

Keuzebepalingen voor innovatief asfalt
Het aantal producten met een certificaat van het Asfaltkwaliteitsloket groeit. De RAW-Werkgroep Asfalt heeft een aantal generieke keuzebepalingen gemaakt die inspelen op het ‘Technology Readiness Level’. Daarbij zijn 2 benaderingen gebruikt: de mengselsamenstelling of de functionele eigenschappen van asfalt. Voor beide benaderingen geldt dat de RAW-catalogus Bepalingen uitsluitend keuzebepalingen biedt voor asfalt(mengsels) met een TRL van 7, 8, of 9. Dat betekent dat er met het asfalt(mengsel) ten minste ervaring moet zijn opgedaan op 1 of meerdere proefvakken op het beoogde toepassingsgebied (dat is TRL 7).

Voor asfalt op TRL-niveau 8 geldt dat de geclaimde gegevens moeten zijn verkregen door ervaringen met het asfaltmengsel op meerdere wegvakken op het beoogde toepassingsgebied. En asfalt waarmee al langdurige en uitgebreide ervaring is opgedaan op het beoogde toepassingsgebied krijgt TRL 9 (het hoogste niveau).

Als een keuzebepaling in het bestek refereert aan een bepaald TRL-niveau, dan zijn uiteraard ook asfaltmengsels toegestaan met een hoger niveau.

Asfalt onder TRL 7
Voor asfalt op een lager niveau dan TRL 7 zijn geen keuzebepalingen opgesteld. Dit komt doordat de gelijkwaardigheid van die producten ten opzichte van RAW-Standaard asfalt(mengsels) moeilijk aan te tonen is (en steeds moeilijker naarmate het TRL-niveau lager is). Een opdrachtgever mag overigens best asfalt met een lager TRL-niveau dan 7 toestaan bij de inschrijving, maar daarvoor moet hij dan zelf de desbetreffende bepaling(en) opstellen en in het bestek opnemen. Hierbij geldt: hoe lager het TRL-niveau van een asfaltmengsel is, hoe verder dat asfalt af staat van het vergelijkbare asfaltmengsel dat in de RAW is opgenomen. En dus hoe hoger het risico dat partijen lopen bij het toepassen van zo’n mengsel. Om die reden valideert het Asfaltkwaliteitsloket niets dat lager is dan TRL 4.

En hoe werkt het dan in de praktijk?
Vanwege uniformiteit verdient het gebruik van keuzebepalingen uit de RAW-catalogus Bepalingen de voorkeur boven het zelf opstellen van een bepaling door de bestekschrijver. De keuzebepalingen dragen (net als de Standaard RAW Bepalingen) het RAW-keurmerk, maar gelden niet automatisch voor elk werk. Ze moeten projectgericht worden gebruikt, afhankelijk van keuzen die een opdrachtgever maakt. De bestekschrijver moet dus zelf de gewenste bepalingen uit deze catalogus in Deel 3 van zijn bestek kopiëren. Dat wil zeggen als hij bij inschrijving een alternatief toestaat voor – in dit geval – asfalt(mengsels) die in het bestek zijn voorgeschreven.

RAW-licentiehouders helpen ook mee
IBIS en Bakker&Spees ondersteunen de bestekschrijver straks, doordat keuzebepalingen, net zoals resultaatsbeschrijvingen, met hun bestekmaaksoftware uit de RAW-database zijn te selecteren. Totdat de ‘2020-versies’ van de bestekmaaksoftware beschikbaar zijn, kunnen bestekschrijvers de keuzebepalingen overnemen uit de pdf op www.raw.nl/documenten.

Zodoende kan een opdrachtgever op eenduidige wijze aangeven dat de aannemer dit soort alternatieven mag aandragen. Dat moet dan tevens in de aanbestedingsdocumenten worden vermeld. En als de opdrachtgever aanvullende criteria wil stellen, dan kan hij de keuzebepaling in Deel 3 van het bestek daarmee uitbreiden.

In besteksbeton gegoten?
Nee. Bij de aanbesteding hoeft de aannemer nog niet expliciet aan te geven welk gecertificeerd mengsel hij denkt te gaan toepassen. Hij moet uiteraard de (mate van) gelijkwaardigheid van zijn aanbieding t.o.v. het bestek aantonen, als de opdrachtgever ‘innovatieve’ mengsels toestaat. Het is aan de opdrachtgever om te besluiten ‘innovatieve’ bouwstoffen al dan niet toe te staan, c.q. de bepalingen daarover in het bestek op te nemen.

Profielfoto van Niek van Onna
Niek van Onna
4 jaar geleden
Profielfoto van Niek van Onna
Niek van Onna
4 jaar geleden

Mooie ontwikkeling Paul! Ik zou de slogan 'innovatief asfalt nu op elk RAW bestek mogelijk' flink uitdragen! Al is het maar om tegenwicht te bieden aan 'RAW en innovatie gaan niet samen'. Hopen dat het voor aannemers nu ook interessant wordt om meer mengsels te laten valideren door het asfaltkwaliteitsloket.